Digitaal rijden

Digitale aansturing van modeltreinen is tegenwoordig heel gewoon maar toen digitaal rijden op kwam was dat heel bijzonder.

Hoe werkt dat in principe:

Een locomotief moet rijspanning krijgen met voldoende stroomsterkte om op te kunnen rijden.
Die rijspanning bevat tevens een digitale code met instructies die door een decoder in de locomotief worden omgezet in de snelheid van de motor, de rijrichting en verder optioneel het schakelen van verlichting, telexkoppeling, rookgenerator, geluid, etc.

In de praktijk wordt de combinatie van voldoende rijstroom en duidelijke digitale code bereikt door de spanning op de rail te laten "blokken" tussen -15 en +15 volt (met voldoende power). De decoder haalt hier dan de stroom voor de motor uit en ook de instructies om die stroom te regelen naar gewenste snelheid volgens de instructie in de digitale code

 

Om in het analoge tijdperk meerdere treinen te besturen kon je in de baan rijstroom secties aanbrengen die je dan kon in- en uitschakelen. Met meerdere trafo's met regelaars kon je ook snelheidsverschillen realiseren op onderling elektrisch gescheiden baansecties.

Plotseling was dat allemaal niet meer nodig en kon je op één baan een flink aantal treinen onafhankelijk van elkaar regelen.

Wat je dan minimaal nodig hebt is:

  • Een "Centrale" die rijspanning met digitale codering opwekt met "adres" en "commando's",
  • Eventueel nog versterking via een "Booster" als meer stroom nodig is voor meerdere treinen.
  • In iedere trein (locomotief) een decoder die luistert naar de commando's bij zijn adres.

De hele baan kan dan uitgevoerd worden als één circuit zonder verdere verdeling in elektrisch gescheiden secties. Op de Centrale kan je het adres ingeven en de trein met dat adres besturen zonder dat andere treinen daarop reageren. Die blijven staan of rijden als ze al onderweg zijn.

Vaak wel een heel gedoe om meerdere treinen te laten rijden en vooral ook op tijd te laten stoppen om botsingen te voorkomen. Eerst het adres ingeven en en dan de snelheid regelen kost vaak teveel tijd en dan is het leed al geschied.

Om die reden heb ik er voor gekozen de treinen automatisch te laten rijden en stoppen waarbij het seinbeeld aan het einde van een blok bepalend is voor het rijgedrag. Iedere trein (decoder) heeft een vooraf ingestelde maximum, medium en minimum snelheid.

Groen = doorrijden op (of optrekken tot) maximale snelheid.

Geel = afremmen (of blijven of optrekken) tot medium snelheid

Rood = afremmen tot minumum snelheid en kort voor het rode licht stoppen.