Beveiliging en bediening
Voorwaarde voor een waterdichte beveiliging is dat de hele baan wordt verdeeld in blokken met als principe dat in ieder blok slechts één trein aanwezig mag zijn. Natuurlijk kan een trein wel aanwezig zijn in meerdere blokken tegelijk, a) bij overgaan van een blok naar het volgende blok en/of b) als een trein langer is dan één blok zal ook het achterliggende blok bezet blijven en dus niet toegankelijk zij voor een andere trein. In het gekozen Märklin systeem met K-rails (waarvan de twee railstaven onderling geïsoleerd zijn) kan gebruik gemaakt worden van zgn. spoorstroomlopen: Het kortsluiten van de signaalrail naar de geaarde rail door iedere as van ieder voertuig werkt als "blok-bezet" signaal. Dit werkt goed zonder verdere maatregelen, behalve op wissels! Op wissels is bezetmelding via voertuigassen bijna onmogelijk en daarom is hier gekozen voor een infrarood lichtsluis oplossing.
De bediening van de baan is zo ingericht dat de “operator” wissels in gewenste richtingen zet en vervolgens seinen per stuk op veilig zet. In mijn geval gaat dat allemaal met de toetsen op het Commodore 64 toetsenbord.
Treinen die in Auto-mode zijn gezet zullen zelfstandig rijden volgens de seinbeelden die ze tegenkomen: In blok met groen aan de uitgang met maximale snelheid, met geel aan de uitgang afremmen naar medium snelheid, met rood aan de uitgang afremmen tot lage snelheid en stoppen voor het rode sein.
De beveiliging zorgt er voor dat de operator geen foutieve handelingen kan doen. Wissels die in een vrij gegeven rijweg liggen of waar een trein op staat zijn geblokkeerd en kunnen dus niet abusievelijk omgelegd worden. Seinen richting bezette blokken of kruisende, vrij gegeven rijwegen kunnen niet veilig gezet worden. Veilig gezette seinen kunnen niet gereset worden, alleen een passerende trein zal seinen achter zich resetten op rood.
Treinen die niet in Auto-mode staan kunnen handbediend gereden worden. Dat geeft de operator bijv. de mogelijkheid om rangeerbewegingen uit te voeren zonder zich zorgen te hoeven maken hoe het gaat met de Auto-mode treinen. Slechts zo nu en dan wissels omleggen en/of seinen op veilig zetten. Het rijden gaat automatisch en veilig.