Baanbeschrijving

Het huidig sporenplan staat hier afgebeeld. Het deel met bovenleiding is groen, overige sporen blauw. Hoe het met de jaren tot hier is gekomen is niet zo interessant. Uitgangspunten zijn altijd geweest als volgt:

  1. Een hoofdbaan, grotendeels of helemaal dubbelsporig
  2. Een enkelsporige lokaalbaan met passeer plaatsen
  3. Minimaal twee stations in iedere baan, niet alleen maar rondjes rijden maar (quasi) nuttig vervoer van A naar B.
  4. Twee keermogelijkheden om de rijrichting op hoofd- en lokaalbaan voor iedere trein te kunnen wisselen.
  5. Kolenvervoer vanaf een mijn met laad mogelijkheid naar een centrale met een wagon tippler om te lossen.
  6. Her en der opstel- en los-sporen voor goederen vervoer en rangeerbewegingen, uiteindelijk ook een wat groter rangeeremplacement met rangeerheuvel.
  7. Tot de komst van een bovenleiding geen elektrische locomotieven of treinstellen.
  8. Handbediening met automatische blokbeveiliging om bedieningsfouten te voorkomen.